Blog
door Bertus Buizer – 4 augustus 2017 – update: 13 november 2017 –
De stelling dat de Nederlandse boer koploper is in milieubesparing klopt niet.
Op Boerenbusiness.nl las ik een artikel met de titel (tevens stelling) “Nederlandse boer koploper in milieubesparing – Laagste milieu-impact”. Het artikel blijkt al gauw gebaseerd op wat natte vingerwerk van ABN AMRO in haar rapport “Alles van waarde, Circulariteit door sectoren heen” dat op 1 augustus 2017 verscheen. De ‘feiten’ die in dat rapport worden genoemd, betreffen een reductionistische benadering en zeggen lang niet alles over de werkelijke milieu-impact.
Het uitdrukken van de milieu-impact per kilogram landbouwproduct – een heel ongebruikelijke, kortzichtige definiëring! – wat in het rapport wordt gedaan, wordt vooral ook door ecomodernisten gedaan als alibi voor verdere intensivering en voor de input van chemische stoffen in de Nederlandse landbouw. Zij vergeten voor het gemak dat meststoffen en pesticiden die in het milieu terecht komen zich niet aan de grenzen van het boerenbedrijf houden.
Productieverhoging gaat in de gangbare Nederlandse landbouw gepaard met een verhoogde inzet van NPK(Stikstof+Fosfaat+Kali)-kunstmeststoffen. In combinatie met chemische pesticiden en toenemende bodemverdichting raakt de bodem in Nederland uitgeput (sporenelementen) en de bodemecologie verder aangetast. Daarbij zijn suikerbieten niet echt een voedingsgewas te noemen, terwijl daarvoor wel de betere grond wordt gebruikt. Zo’n gewas en ook de energieteelten dragen niet echt bij aan het tegengaan van voedselschaarste.
De verhoging van de productiviteit in de onbedekte teelten komt overigens eerder door de ontwikkelingen in de klassieke gewasveredeling dan door goed bodembeheer. Illustratief daarvoor is wel dat in de Flevopolders de gewasopbrengsten ondanks de hogere opbrengstpotenties door de veredeling tegenwoordig niet meer stijgen (zie artikel over het onderzoek van Louis Bolk Instituut / WUR).
Wat betreft de voedselschaarste in Afrika: Europa (inclusief Nederland) gebruikt in Afrika circa 10 miljoen hectare landbouwgrond voor de voedselvoorziening in Europa (inclusief Nederland).
In het rapport van ABN AMRO is de milieu-impact van de teelt van GMO-soja* in onder andere Zuid Amerika voor de Nederlandse import van eiwitrijk veevoeder (70% van het totaal excl. gras?) bovendien niet meegerekend in de zogenaamde milieu-impact van de Nederlandse boer.
De stelling in bovengenoemd artikel van Boerenbusiness.nl dat de Nederlandse boer koploper is in milieubesparing klopt niet, mist de nodige onderbouwing en is een volstrekt overbodig compliment aan de boer. Als je ook ziet vanuit welke hoek deze misleidende stelling vooral komt en wordt bevestigd – laat ik dit maar het establishment, het bankwezen en de agro-industrie noemen, dezelfde mensen ook die op winterbijeenkomsten de boeren over hun bol aaien – dan zouden de boeren mogen vrezen dat ze zich laten paaien, zo van, jongens, meisjes, mooi zo doorgaan. Wie uiteindelijk het beste pensioen voor zichzelf heeft opgebouwd, laat zich raden.
Nee, ik stel mij een Nederlandse land- en tuinbouw voor, die meerwaarde creëert uit wat de markt en samenleving vragen, duurzaam en toekomstgericht. Dat hoeft niet persé biologisch te zijn, maar op zijn minst wel ecologisch verantwoord. De goede, maar ook dure arbeid, grond, kennis, machines, levende have, zoals zaden, poot- en plantgoed, vee, bodemleven, bestuivende insecten, roofvogels, en roofdiertjes, en andere belangrijke factoren als schone lucht en voldoende beschikbaar schoon water in Nederland maken dat we in plaats van bulk en overproductie (melk, suikerbieten…) op meer hoogwaardige (kennisintensieve) en natuur- en milieuvriendelijke producten en teelten voor de lokale, nationale en Europese markt zouden moeten overstappen. Met overproductie heeft niet alleen de gesubsidieerde Nederlandse boer zichzelf te pakken, maar vooral ook het overgrote aantal collega’s in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Zij krijgen doorgaans geen subsidie. Maar ze staan denk ik open voor goed zaaizaad, en geschikte methoden en technieken (voor teelt, bodem- en waterbeheer, ziektepreventie, productopslag, etc). We hebben het dan over honderden miljoenen boeren. Wij zouden elkaar kunnen versterken in plaats van beconcurreren.
Inmiddels voerde NRC een Fact Check uit. Wat blijkt? De stelling in het rapport “Alles van waarde, Circulariteit door sectoren heen” van ABN AMRO dat de Nederlandse boeren de laagste milieu-impact ter wereld hebben, is ongefundeerd.
* We kunnen in Nederland gmo-vrije eiwitrijke gewassen telen. De marktvraag daarnaar groeit en we worden niet meer afhankelijk van landroof (in Afrika) en ontbossing (Afrika en Zuid-Amerika). Dit alles en nog veel meer vraagt van tijd tot tijd een omslag in denken.
Zie ook:
– Goedkope Europese suiker heeft duistere keerzijde
– Bodemgezondheid gaat achteruit
– Opmars van duurzaam en gezond voedsel niet te stuiten
Foto boven: Suikerbieten in landschap (Bron: Vilt)